Eindstation

Ik moet plassen.” Ik hoor haar botten kraken en gewrichten kreunen als ze opstaat. Haar linkerpantykousje is afgezakt. ,,Wil jij mijn kind even vasthouden?” Ze drukt hem in mijn handen en kijkt me afwachtend aan. Pas als ik de pop onder de okseltjes vastpak en hem van mijn ene naar mijn andere knie hups, lijkt … Lees verder…

Bulk

Soms is-ie zo groot, dat ik het gevoel heb dat ik een extra kaartje voor hem moet kopen als ik met de trein ga. Dat ik de stoel naast me leeg moet houden, zodat-ie daar kan plaatsnemen. Dat ik mijn tas niet achterop mijn fiets kan binden, omdat-ie op mijn bagagedrager met mij mee door … Lees verder…

Grasmaaier

Ik woon boven een kinderdagverblijf. Daar koos ik vrijwillig voor, met het optimistische idee dat het met het geluid ‘wel mee zou vallen’. Wat de makelaar er niet bij had vermeld, was dat ik pal boven – ik herhaal: pál boven – de babygroep woon. Zo is er een baby die, als hij huilt, als … Lees verder…

Regen

Ik wist niet dat ik me zo’n zorgen kon maken om iemand die ik niet ken. Anne Faber is nu al elf dagen vermist en ik heb een knoop in mijn maag. Wat is er toch gebeurd? Iedereen had Anne kunnen zijn. Mijn vriendinnen, ikzelf. Ik ben haar vast weleens tegengekomen bij de vrouwen-wc’s bij … Lees verder…

Fruitvliegjes

Ik heb het echt aardig gevraagd. “Zouden jullie me misschien met rust kunnen laten?” “Ah, jongens, hè, moet dit nou zo?” Maar op een gegeven moment is de maat vol. De koek op. Ze moesten weg. Allemaal. Al die vijftriljard fruitvliegjes die mij en mijn bananen en mandarijnen en appels stalken. Iedere zomer weer. En … Lees verder…

Bloemkooloor

Ik wilde niets liever dan een piercing. Door een ringetje in mijn oorschelp zou ik niet gewoon een 27-jarige vrouw zijn, maar een stoere 27-jarige vrouw met een rauw randje. Dus ik ging naar een piercing – shop, waar de pierce-mevrouw kirde: “Wat heb jij kleine schattige óórtjes!!” en er vervolgens een naald doorheen drukte. … Lees verder…

Buurvrouw

“Nou, wat jámmer dat jullie weggaan!” Een knuffel. Ze knijpt even in mijn bovenarm en wrijft een paar keer – rtsj rtsj rtsj – over mijn rug om haar woorden kracht bij te zetten. “Echt zó jammer.” We staan tegenover het huis in Oost, dat we gaan verlaten voor Lombok. De vrouw naast wie we … Lees verder…

Tranen

Op de laatste dag van mei – eigenlijk een veel te zonnige dag voor de dood – overleed mijn moeder, 30 jaar te vroeg. Ik heb al duizend keer gehuild. Bij het zien van haar nagellakpotjes, haar sportschoenen, haar haarclip, haar zonnebril. Bij het zien van de dichtbundel die we tegelijk aan het lezen waren … Lees verder…

Televisie

In de Burgemeester Reigerstraat spreekt een oude man me aan. “Dame, wil je me helpen?” Ik kijk naar hem. Heeft hij al zijn ledematen nog? Check. Ademt hij? Yes. Loopt hij mank? Nee. Is hij verward? Nog niet te zeggen. Als ik vraag wat er aan de hand is, vertelt hij zijn verhaal. Over zijn … Lees verder…

Alleenrecht

De medewerkers van het fietsdepot aan de Kanaalweg doen eigenlijk maar één ding: dweilen met de kraan open. Dag in, dag uit. Verwijder in Utrecht twintig fietsen van een verboden plek en er is weer ruimte voor twintig nieuwe fietsen. Die óók weer verwijderd moeten worden. Maar het moet gebeuren, want zonder dweilen komt er … Lees verder…